Lessen uit de praktijk

Huisarts Ernst van Grondelle vertelt

Huisarts Ernst van Grondelle ontwikkelde samen met zijn partners Gezondheidscentrum De Bosrand in Driebergen. Hoe kijkt hij terug op deze ervaring? En welke tips heeft hij voor zorgverleners die overwegen een eerstelijnscentrum op te richten?

Welke functie vervult uw eerstelijnscentrum?

“De Bosrand biedt onderdak aan een grote groep zorgverleners met verschillende disciplines: drie huisartsen, een apotheek, een verloskundigenpraktijk, twee fysiotherapiepraktijken, een cesartherapeut, een logopedist, een podotherapeut, een haptotherapeut, een kindertherapeut, een praktijk voor geestelijke gezondheidszorg en een organisatie voor wijkzorg. Door gebruik te maken van elkaars deskundigheid leveren we zorg op maat en worden cliënten beter bedient.”

Wat was de doorlooptijd van vergunningaanvraag tot oplevering?

“Alles bij elkaar duurde het zo’n acht jaar om ons centrum te realiseren. Je moet dus wel een lange adem hebben. Vooral de zoektocht naar een geschikte locatie leverde de nodige vertraging op. We hadden namelijk eerst een locatie op het oog in het centrum van het dorp. Daar waren echter problemen met de parkeergelegenheden. Uiteindelijk kwamen we terecht bij een leegstaande school aan de rand van het dorp, grenzend aan het bos. De school heette ‘De Bosrand’. Die naam hebben we na beraad behouden.”

Hoe verliep de samenwerking met belanghebbenden, zoals de gemeente, omwonenden en andere zorgverleners?

“Van omwonenden kregen we weinig klachten, al leidde onze komst wel tot meer verkeer in de buurt. Andere zorgverleners in ons dorp stonden voor de keuze zich al dan niet te vestigen in De Bosrand. We merken dat fysiotherapeuten die daar niet voor kozen minder blij zijn met de komst van het centrum. De meeste problemen hadden we met de gemeente. Die steunde ons wel met woorden, maar niet met daden. Voor de locatie die we eerst op het oog hadden, kregen we de parkeervergunningen niet rond. Met als gevolg dat we een parkeergarage moesten bouwen. Ook hierbij liepen we aan tegen allerlei normen en richtlijnen. De gemeente benadrukte zorg belangrijk te vinden. Maar toen het puntje bij paaltje kwam, moesten we zelf een plek zien te vinden.”

Welke adviseurs ondersteunden u?

“We schakelden verschillende adviseurs in. Een projectontwikkelaar en een architect speelden een hele belangrijke rol. Ook gingen we langs bij de Bouwadviesgroep-LHV. We kregen handige tips, waardoor we op dezelfde oppervlakte dertien in plaats van elf spreekkamers konden creëren. We zijn ook erg blij met het werk van de binnenhuisarchitect, die gebruikmaakte van de cirkel van het leven als centrale thema. Dat thema zie je overal terug. Bijvoorbeeld via posters die het verloop van de seizoenen illustreren.”

Voor welk type financiering koos u?

“We kozen voor huur. De projectontwikkelaar nam de financiering voor zijn rekening en verhuurde het gebouw vervolgens aan ons. Deze keuze heeft te maken met leeftijd. Alle initiatiefnemers zijn waarschijnlijk binnen tien jaar met pensioen. Als je jonger bent, dan is kopen eerder aantrekkelijk. Voor de financiering van de inventaris stapten we wel naar een bank.”

Welke rol speelde duurzaamheid?

“Duurzame oplossingen kwamen wel ter sprake, zoals een warmtewisselaar en zonnepanelen. Maar bij huur is dat toch lastiger te realiseren. Het huurcontract van het gebouw geldt tien jaar en is daarmee korter dan de terugverdientijd van dergelijke oplossingen. Het risico was te groot, zowel voor de huurders als voor de projectontwikkelaar. We vonden dat wel jammer.”

Waar bent u het meest trots op?

“Dat het ons toch gelukt is! We gaan er elke dag met plezier heen. De werkomgeving is prettig en je legt makkelijk contact met collega’s. De sfeer en de indeling zijn daarbij bepalend. Dat is bij ons dik in orde!”

Wat vindt u minder geslaagd?

“Klimaatbeheer was en is nog steeds een punt van aandacht. De verwarming laat zich moeilijk regelen. Hierdoor was het zeker in het begin te warm of te koud. Het duurde lang voordat dit niet dit meer vaak gebeurde. Na tweeënhalf jaar ging het beter, maar het is nog steeds niet optimaal. Zeker niet bij wisselvallig weer.”

Wat zou u een volgende keer anders doen?

“Ik denk dat we beter hadden moeten lobbyen bij de gemeente en dan ook meteen bij het juiste loket. Achteraf gezien konden we beter bij de gemeenteraad aankloppen dan bij het gemeentebestuur.”

Waar had u achteraf gezien behoefte aan?

“We moesten toch voor een groot gedeelte het wiel zelf uitvinden, terwijl het opzetten van een eerstelijnscentrum al zo vaak is gedaan. Advies van een gespecialiseerd bureau was prettig geweest. De Bouwadviesgroep-LHV dacht goed mee, maar het was mooi geweest om ook begeleiding te krijgen in het proces voor de bouw. Bijvoorbeeld bij de financiering, het vinden van een geschikte locatie en het schrijven van een ondernemingsplan.”

Hebt u nog tips voor collega’s die een eerstelijnscentrum willen opzetten?

“Zorg dat je het financiële plaatje helder hebt. Zo was de projectontwikkelaar heel duidelijk over de kale huurprijs, terwijl de uiteindelijke maandlasten een stuk hoger waren. Zorg dus dat je de kostenbasis helder hebt, maar reken je niet rijk door een lage kale huur.“