Lessen uit de praktijk
Huisarts Eddy Reynders vertelt
Huisarts Eddy Reynders stond in 2013 aan de wieg van Gezondheidscentrum Marne in Amstelveen, samen met vier partners. Hoewel hij zelf niet meer actief is als huisarts, voelt hij zich nog betrokken bij het centrum én adviseert hij huisartsen die – net als hij – een eerstelijnscentrum willen opzetten. Hoe kijkt hij terug op zijn eigen ervaringen?
Welke functie vervult het eerstelijnscentrum?
“Gezondheidscentrum Marne richt zich op eerstelijnszorg in de buurt. Het centrum huisvest meerdere huisartsen, een fysiotherapeutmaatschap en een apotheek. Zij vormen de kern. Daarnaast biedt het centrum onderdak aan andere disciplines, zoals ergotherapeuten en wijkverpleging. Maar ook aan een podotherapeut, een psychiater en een diëtist. Samen bieden we eerstelijnszorg aan zo’n 15.000 patiënten in Amstelveen, waaronder veel expats en ouderen.”
Wat was de doorlooptijd tussen de vergunningaanvraag en de uiteindelijke oplevering?
“Alles bij elkaar duurde de realisatie van het eerstelijnscentrum ongeveer zes jaar. Het traject met de vergunningen nam zo’n anderhalf jaar in beslag.”
Hoe verliep de samenwerking met belanghebbenden, zoals de gemeente, omwonenden en andere zorgverleners?
“Ik stond samen met twee andere huisartspraktijken aan de wieg van het eerstelijnscentrum. Ons plan was ook een fysiotherapeut en een apotheker bij de oprichting te betrekken, die dan participant zouden worden. Het vinden van geschikte kandidaten viel niet mee. De fysiotherapeut met wie we in eerste instantie zouden gaan samenwerken, bleek niet aan onze verwachtingen te voldoen. We kregen geen helder inzicht in zijn werkwijze en het lukte maar niet om goede afspraken te maken over kwaliteit. Dit was voor ons de aanleiding om de samenwerking niet voort te zetten, wat zelfs uitmondde in een kort geding. De apotheker die we op het oog hadden, bleek onderdeel te zijn van een keten met een beursgenoteerd bedrijf als eigenaar. Dit wierp een drempel op, omdat hij niet over alles zelf besluiten mocht nemen. Uiteindelijk vonden we een geschikte kandidaat door een zoekvraag uit te zetten bij iemand die thuis is in de apothekerswereld. Wat we van onze zoektocht hebben geleerd? Dat het belangrijk is om te weten onder welke voorwaarden je met iemand wilt samenwerken en dat je die ook direct kenbaar maakt.”
“Wat de gemeente betreft merkte ik dat het uitmaakt met wie je te maken hebt. Het college van B&W dat er eerst zat, werkte niet echt mee. Het college daarna wel. De wethouder vroeg de afdeling Planologie te kijken waar ons eerstelijnscentrum kon komen. Mijn ervaring is dat gemeentes veel kunnen, als ze maar de tijd hebben. Zorg er dus dat je er op tijd bij bent met je plannen. Voordat alles goed geregeld is, ben je al snel een paar jaar verder. Toch ben ik zeer tevreden over de samenwerking met de gemeente Amstelveen. Ook in de communicatie naar omwonenden toe. Want op de grond waar het eerstelijnscentrum moest komen, stond een kinderspeeltuintje. Die grond had al twee jaar een maatschappelijke bestemming, maar omwonenden gingen pas protesteren toen ze van onze plannen hoorden. Een schoolgebouw in de buurt dat leeg zou komen te staan, bood de oplossing. Het bleek een perfecte locatie. Wij konden daar terecht en de speeltuin bleef behouden.”
Welke adviseurs ondersteunden u?
“Samen met de plaatselijke ROS ontwikkelden we een toekomstvisie. Daarnaast huurden we een projectontwikkelaar in, die ons veel werk uit handen nam. Hij fungeerde als een echte spin in het web. Hij voerde namens ons gesprekken met belangrijke betrokkenen, zoals de architect, de gemeente en de financiers. Aan zijn expertise hebben we veel gehad, aangezien we zelf niet van alle markten thuis waren. Fijn dat we het onderhandelen aan een deskundige konden overlaten.”
Voor welk type financiering koos u?
“Ten tijde van de financiële crisis was het lastig om van de bank een volledige lening te krijgen. Onze projectontwikkelaar kwam met het idee om via crowdfunding investeerders te werven. Wat als we met een goed onderbouwd plan en een gegarandeerd rendement op de huuropbrengsten 25 mensen konden overtuigen om ieder 50.000 euro te investeren? Ons aanbod bleek aantrekkelijk, want na één dag hadden we al meer dan voldoende aanmeldingen binnen. Voor deze vorm van financiering richtten we een zogeheten commanditaire vennootschap op, bestaande uit beherende en stille vennoten. Het ontbrekende bedrag vulden we aan met een lening van de bank.”
Welke rol speelde duurzaamheid?
“Gezond en groen, dat was ons motto. We hechten allemaal waarde aan duurzaamheid en wilden dat ook tot uitdrukking laten komen in het gebouw. Zo kozen we bijvoorbeeld voor een energiezuinige warmtepomp. Zonnepanelen waren destijds nog vrij prijzig en pasten daardoor niet binnen het budget. Jammer, anders hadden we daar zeker voor gekozen.”
Waar bent u het meest trots op?
“Op hoe het eerstelijnscentrum eruitziet: groen, licht, open en uitnodigend. En dat terwijl het eerst een donker schoolgebouw was. Ondanks dat we met velen zijn, straalt het centrum ook eenheid uit. Daarnaast ben ik trots dat we erin geslaagd zijn om als initiatiefnemers goed samen te werken. De tegenslagen die we moesten overwinnen, brachten ons als team dichter bij elkaar.”
Wat zou u een volgende keer anders doen?
“Nou, we hadden werkelijk aan álles gedacht! Behalve.. aan een goed systeem, waarmee je weet dat je de laatste in het pand bent en dus moet afsluiten. Dat ontdekten we toen een patiënt in het pand ronddoolde, maar helemaal niemand aantrof. Inmiddels is het wel goed geregeld.”
Hebt u nog tips voor collega’s die een eerstelijnscentrum willen opzetten?
“Bedenk goed wat je wilt. Kijk hierbij niet alleen naar morgen, maar ook naar de verre toekomst. Ook belangrijk: maak vooraf goede afspraken met elkaar, vooral als er verschillen zijn. Gelukkig is dat bij ons goed gelukt. Het opzetten van het eerstelijnscentrum met alle meevallers én tegenvallers heeft onze samenwerking alleen maar versterkt. We weten precies wat we aan elkaar hebben!”